Aanwijzingen voor werkzaamheden
Twee laserstralen geven de zaaglijn van het zaagblad aan. Daardoor kunt u het werkstuk voor het zagen nauwkeurig in de juiste positie plaatsen zonder de pendelbeschermkap te openen.
- Schakel hiervoor de laserstralen in door de aan/uit-schakelaar (6) kort aan te tippen zonder op de inschakelblokkering (5) te drukken.
 - Stel uw markering op het werkstuk af langs de beide laserstralen.
 
Aanwijzing: Controleer vóór het zagen of de zaaglijn nog correct wordt aangegeven zie Laser afstellen. De laserstralen kunnen worden versteld, bijvoorbeeld door de trillingen bij intensief gebruik.
Maximale werkstukken:
Horizontale verstekhoek  | Verticale verstekhoek  | Hoogte x breedte [mm]  | 
|---|---|---|
0°  | 0°  | 70 x 305  | 
45° (links/rechts)  | 0°  | 70 x 215  | 
45° (links)  | 45° (links)  | 42 x 215  | 
45° (rechts)  | 45° (rechts)  | 20 x 215  | 
0°  | 45° (links)  | 42 x 305  | 
0°  | 45° (rechts)  | 20 x 305  | 
Minimale werkstukken (= alle werkstukken die met de meegeleverde lijmklem (41) links of rechts van het zaagblad kunnen worden vastgezet): 100 x 40 mm (lengte x breedte)
Maximale zaagdiepte (0°/0°): 70 mm
De diepteaanslag moet versteld worden, wanneer u een groef wilt zagen.
- Draai de diepteaanslag (39) naar voren.
 - Draai de gereedschaparm aan de handgreep (7) in de gewenste positie.
 - Verdraai de afstelschroef (38) tot het schroefuiteinde de diepteaanslag (39) raakt.
 - Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
 
De inlegplaten (14) kunnen na langer gebruik van het elektrische gereedschap verslijten.
Vervang defecte inlegplaten.
- Zet het elektrische gereedschap in werkstand.
 - Draai de schroeven (54) er met een gangbare kruiskopschroevendraaier uit en verwijder de oude inlegplaat (14).
 - Plaats de nieuwe inlegplaat en schroef de schroeven (54) weer vast.