Ingebruikname
- Let op de netspanning! De spanning van de stroombron moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van het heteluchtpistool.
Af fabriek zijn de metalen oppervlakken voorzien van een corrosiewerende laag. Deze beschermlaag verdampt bij de eerste ingebruikname.
Door het productieproces kan het heteluchtpistool verkleuringen bij het mondstuk (1) vertonen. Hierbij gaat het niet om beschadigingen, de werking van het heteluchtpistool wordt niet belemmerd.
Schuif de aan/uit-schakelaar (4) omhoog.
Thermische beveiligingsregeling: Bij oververhitting (bijv. door luchtstuwing of te weinig luchttoevoer) schakelt het heteluchtpistool de verwarming automatisch uit en het symbool thermische beveiligingsregeling (7) verschijnt op het display. De ventilator blijft echter draaien. Als het heteluchtpistool naar gebruikstemperatuur is afgekoeld, wordt de verwarming automatisch weer ingeschakeld.
Met de aan/uit-schakelaar (4) kunt u het luchtvolume in verschillende standen regelen:
Stand | Schakelaarpositie | l/min | °C |
---|---|---|---|
Koelstand | 150 | 50 | |
Werkstand 1 | 150–300 | 50–630 | |
Werkstand 2 | 300–500 | 50–630 |
De gegevens gelden voor een nominale spanning [U] van 230 V. Bij afwijkende spanningen en in landspecifieke uitvoeringen kunnen deze gegevens variëren.
Verminder het luchtvolume bijvoorbeeld, wanneer de omgeving van een werkstuk niet overmatig verhit mag worden of wanneer een licht werkstuk door de luchtstroom verplaatst zou kunnen worden.
Op de koelstand is de temperatuur op 50 °C vastgelegd. In de beide werkstanden is de temperatuur regelbaar.
Met het wisselen van de koelstand naar een van de werkstanden wordt de daar laatst ingestelde temperatuur weer opgevraagd.
De ingestelde temperatuur verschijnt op het display (13).
Om de temperatuur te verhogen, drukt u bij de toets (12) op +, om de temperatuur te verlagen, drukt u op −.
Kort drukken op de toets (12) verhoogt of verlaagt de temperatuur met 10 °C. Langer drukken op de toets verhoogt of verlaagt de temperatuur doorlopend met 10 °C tot de toets wordt losgelaten of de maximale resp. minimale temperatuur is bereikt.
De ingestelde gewenste temperatuur verschijnt 3 seconden lang op het display. Tot de gewenste temperatuur is bereikt, wordt de daadwerkelijke temperatuur bij de mondstukopening aangegeven en de maateenheid van de temperatuur (6) knippert. Als de gewenste temperatuur is bereikt, knippert de maateenheid van de temperatuur niet meer.
- Wanneer u de temperatuur verlaagt, duurt het even tot het heteluchtpistool is afgekoeld.
De koelstand is geschikt voor het afkoelen van een verhit werkstuk of het drogen van verf. Deze is eveneens geschikt om het heteluchtpistool vóór het wegzetten of wisselen van de opzetmondstukken af te koelen.
In de koelstand kunt u het luchtvolume in 10 stappen tussen 150 en 300 l/min instellen. In de werkstand kunt u het luchtvolume in 10 stappen tussen 150 en 500 l/min instellen.
Als alternatief kunt u opgeslagen luchtvolume-/temperatuurcombinaties gebruiken zie Luchtvolume-/temperatuurcombinaties opslaan (GHG 23‑66).
Het ingestelde luchtvolume wordt met de tien balksegmenten (9) onderaan de rand van het display weergegeven.
Stand | Schakelaarpositie | l/min | °C |
---|---|---|---|
Koelstand | 150–300 | 50–100A) | |
Werkstand | 150–500 | 50–650 |
- A)
De temperatuur wordt afhankelijk van de gekozen luchtstroom automatisch in het bereik van 50 tot 100 °C ingesteld.
Om het luchtvolume te regelen, drukt u eerst op de ventilatortoets (10). Het ventilatorsymbool (8) op het display knippert. Nu kunt u met de toets (12) het luchtvolume instellen.
Om het luchtvolume te verhogen, drukt u bij de toets (12) op +, om het luchtvolume te verlagen, drukt u op −.
Wanneer u met de toets (12) weer de temperatuur wilt instellen, drukt u opnieuw op de ventilatortoets (10). Het ventilatorsymbool (8) op het display knippert niet meer.
Wanneer u van de koelstand naar de werkstand schakelt, wordt de laatst in de werkstand gebruikte luchtvolume-/temperatuurcombinatie ingesteld.
Verminder het luchtvolume bijvoorbeeld, wanneer de omgeving van een werkstuk niet overmatig verhit mag worden of wanneer een licht werkstuk door de luchtstroom verplaatst zou kunnen worden.
In de koelstand wordt de temperatuur automatisch tussen 50 °C en 100 °C ingesteld. In de werkstand kunt u de temperatuur tussen 50 °C en 650 °C vastleggen.
Als alternatief kunt u opgeslagen luchtvolume-/temperatuurcombinaties gebruiken zie Luchtvolume-/temperatuurcombinaties opslaan (GHG 23‑66).
De ingestelde temperatuur verschijnt op het display (13).
Om de temperatuur te verhogen, drukt u bij de toets (12) op +, om de temperatuur te verlagen, drukt u op −.
Kort drukken op de toets (12) verhoogt of verlaagt de temperatuur met 10 °C. Langer drukken op de toets verhoogt of verlaagt de temperatuur doorlopend met 10 °C tot de toets wordt losgelaten of de maximale resp. minimale temperatuur is bereikt.
De ingestelde gewenste temperatuur verschijnt 3 seconden lang op het display. Tot de gewenste temperatuur is bereikt, wordt de daadwerkelijke temperatuur bij de mondstukopening aangegeven en de maateenheid van de temperatuur (6) knippert. Als de gewenste temperatuur is bereikt, knippert de maateenheid van de temperatuur niet meer.
- Wanneer u de temperatuur verlaagt, duurt het even tot het heteluchtpistool is afgekoeld.
De koelstand is geschikt voor het afkoelen van een verhit werkstuk of het drogen van verf. Deze is eveneens geschikt om het heteluchtpistool vóór het wegzetten of wisselen van de opzetmondstukken af te koelen.
U kunt 4 luchtvolume-/temperatuurcombinaties opslaan of heeft toegang tot 4 in de fabriek opgeslagen combinaties.
Hiervoor moet de aan/uit-schakelaar (4) op de werkstand staan.
Fabrieksinstelling | |||
---|---|---|---|
Geheugenplaats | °C | l/min | Toepassing |
1 | 250 | 350 | kunststof buizen vervormen |
2 | 350 | 400 | kunststof lassen |
3 | 450 | 500 | lak verwijderen |
4 | 550 | 400 | Zacht solderen |
Om een combinatie op te vragen, drukt u zo vaak op de geheugentoets (11) tot het gewenste nummer in de aanduiding (5) verschijnt.
Eigen combinatie opslaan:
- Selecteer door drukken op de geheugentoets (11) de gewenste geheugenplaats.
- Stel de gewenste temperatuur en het gewenste luchtvolume in. De geheugenplaats (5) knippert om aan te geven dat de opgeslagen combinatie werd gewijzigd.
- Druk op de geheugentoets (11) en houd deze ingedrukt. De geheugenplaats (5) knippert ongeveer 2 seconden lang. Zodra deze permanent brandt, is de nieuwe combinatie opgeslagen.